Nico de Rooy
door Martin Lodewijk.
(Rotterdam, 30 april 1939). Begon in 1957 met stripverhalen tekenen. Brak door met zijn creatie Agent 327. Won in 1978 de Stripschapprijs. Oprichter van de band Chickenfeed. www.lambiek.net
Nicolaas ‘Nico’ de Rooij (ROTTERDAM, 27 FEBRUARI 1906 – DEN HAAG, 17 FEBRUARI 1959).
Nico de Rooij was een van de meest prominente Nederlandse jazzpianisten. Nico begon op achtjarige leeftijd met zijn pianostudie. Hij debuteerde als pianist/begeleider in het Haagse Palace in december 1920. In het begin van zijn carrière werkte hij in het Theater Soesman aan de Kruiskade en de Wester Bioscoop aan de Nieuwe Binnenweg. In de periode 1924-1926 maakte hij deel uit van het orkest van Eddy Roos, dat toen in Pschorr aan de Korte Hoogstraat speelde. De eerste plaatopname van Nico de Rooij was in 1926 met het Belgische orkest Original Berkeley’s Five. Hij was daarmee de derde Nederlandse jazzmusicus, na de Rotterdammers Louis de Vries en Joop de Leur, die plaatopnames maakte.
Van 1 januari tot eind juni 1927 werkte hij met Jack en Louis de Vries in de Louis Bouwmeester revue Nou Nog Mooier. In 1928 maakte hij deel uit van het Nenijto orkest van de gebroeders de Vries, The Midnight Rounders. In vier maanden tijd trok de Rotterdamse nijverheidstentoonstelling Nenijto ruim anderhalf miljoen bezoekers. In 1929 speelde hij bij The Negro Thompson Band, The Kentucky Kardinals en werkte hij in Berlijn met de bands van Louis de Vries, René Weiss en Marek Weber. In 1930 speelde Nico in verschillende Berlijnse dansorkesten. Rond maart 1933 was hij de pianist in de band van de Amerikaanse trompettist Robert ‘Bobby’ Martin. In juni 1933 verving hij de Franse pianist Leo Detemple bij Jack de Vries’ Internationals. In maart 1935 verliet hij The Internationals om pianist te worden van het AVRO dansorkest de Decibels.
Op 26 augustus 1935 remplaceerde hij Theo Uden Masman bij de plaatopnames van de Ramblers met de tenorsaxofonist Coleman Hawkins. In 1936 ging hij op tournee met Eddy Meenk’s Radio Stars (voorheen de Decibels), Harry Pohl en een van de populairste Amerikaanse entertainers, Sophie Tucker. Van 1 juni tot en met augustus 1937 was Nico werkzaam in het Amsterdamse ‘Negro Palace’ met saxofonist Piet van Dijk, de Rotterdamse bassist Alfred Weisbard en drummer Arthur Pay. Eind 1937 tot begin 1938 had hij weer een engagement met The Internationals. In de zomer van 1938 startte Nico bij de band van Harry Calling (Aaron van der Kloot). Tussen zijn engagementen door trad hij regelmatig op als solopianist.
Van 1940 tot en met maart 1941 werkte hij bij de bands van trompettist Levie ‘Louis’ Bannett, de Surinaamse saxofonist Lex van Spall en het orkest Piet van Dijk met o.a. Arie Valkhoff op bas en Jaap Valkhoff, tweede tenorsax. In april 1943 verbond hij zich aan het orkest van Arie Maasland (Malando). In 1944 was Nico solopianist in de Rotterdamse bar ‘Destin’ en het Amsterdamse café Parasiana.
Tijdens de Hongerwinter bestond zijn gage uit een dagelijkse warme maaltijd. Na de bevrijding toerde hij in België met het orkest van Piet van Dijk en verzorgde hij radio-uitzendingen van Radio Herrijzend Nederland. In 1946 had hij een langdurig engagement als solopianist in het Haagse Villa d ‘Este. Op 29 oktober 1946 vierde hij zijn (uitgestelde) 25-jarig jubileum als musicus. De laatste tien jaar van zijn leven werkte Nico de Rooij voornamelijk als solopianist. Zijn laatste engagement was in het Rotterdamse Chez Baston. (Bron: o.a. NJA Bulletin)